In onze database NC-solutions vindt u oplossingen voor vaak voorkomende taken

Q-parameters controleren

NC FAQ1117

U kunt de inhoud van de Q-parameters controleren. Afhankelijk van de werkstand kunt u daartoe gebruikmaken van verschillende functies.

In alle werkstanden kunt u bij een programma-onderbreking, bijv. door NC-stop, M0, M1 of een STOP-regel de Q-parameters controleren.

Druk daarvoor op de softkey Q INFO

In een apart venster vermeldt de TNC de Q-parameterlijst en de bijbehorende actuele waarden. Met de softkey PARAMETERS TONEN Q QL OR QS kunt u tussen de afzonderlijke Qparametertypes wisselen. Met de pijltoetsen of de GOTO-functie kunt u naar een bepaalde parameter in de lijst gaan.

In alle werkstanden (met uitzondering van de werkstand Programmeren) kunt u Q-parameters ook in de statusweergave laten weergeven.

1. Selecteer de beeldschermindeling PROGRAMMA + STATUS

2. Druk op de softkey STATUS Q-PARAM.

3. Druk op de softkey Q-PARAMETERLIJST

4. Definieer voor elk parametertype (Q, OL, QR en QS) de parameternummers die u wilt controleren. Afzonderlijke Qparameters scheidt u met een komma, opeenvolgende Qparameters verbindt u met een streepje, bijv. 2,4-8,21-23,29.

5. Bevestig de instellingen met OK

6. In de statusweergave toont de TNC de gedefinieerde Qparameters met de actuele waarden.

Product type

TNC 640 TNC 128 TNC 620 TNC 320 FAQ Programmatest Programma-afloop Programmeerplaats Programmeerplaats VirtualBox Machinebesturing
Back to overview