NC-programma voor een boorprocedure waarbij het gereedschap in een voorboorgat wordt gepositioneerd, voordat de eigenlijke boorbewerking start. U definieert eerst alle benodigde parameters en het gereedschap in het hoofdprogramma. Daarna is in een cyclus 12 een extra programma gedefinieerd. Deze roept u op de bewerkingsposities met behulp van M99 of CYCL CALL op. In dit opgeroepen programma berekent de besturing de eigenlijke boorprocedure en werkt deze af.
De boorprocedure bestaat uit de volgende stappen: eerst positioneert de besturing het gereedschap naar de door u in het hoofdprogramma gedefinieerde veiligheidsafstand. Daar schakelt de besturing de spil linksom met het gedefinieerde toerental voor het insteken in. Daarna wordt het gereedschap naar het voorboorgat verplaatst. Nu veranderen het toerental en de draairichting in de waarden voor het boren en wordt een boorprocedure uitgevoerd met eventueel verspanen. Als de boordiepte is bereikt, trekt de besturing het gereedschap terug tot aan de diepte van het voorboorgat. Dan schakelt de besturing de spil weer naar het toerental voor het insteken en linksom om en verplaatst vervolgens naar veiligheidsafstand.
